In het leven zijn hoofdzaken het belangrijkst. Vandaar ook de naam. Het hoofd is het hoogste orgaan op ons lijf en iets waar wij als moderne mens het meest trots op zijn. In het onderwijs krijgt het hoofd daardoor ook de meeste aandacht. Met het hoofd verdien je later het meeste geld en je houdt je handen schoon. Hoofdzaken zijn van belang. De rest doet er misschien ook een beetje toe, maar zijn bijzaken. Het zijn aspecten die aan je aandacht horen te ontsnappen, omdat ze je afleiden van de dingen die wel belang hebben, de dingen die moeten gebeuren. Hoofdzaken zijn hoger in rang, horen op de voorgrond. Het zijn de dingen waar je niet omheen kunt, waar je iets mee moet.
 
Bijzaken hangen nutteloos rond, ze verblijven dat is alles. Je hebt er soms niet eens last van, sterker nog, je ziet ze vaak niet eens. En toch, zij bestaan echt. Maar waarom eigenlijk? Wat hebben wij eraan? Wat zijn zij eigenlijk en waar komen zij vandaan? Zijn bijzaken het residu dat is ontstaan bij de vorming van hoofdzaken of betreft het hier een bende bandeloze vreemdelingen uit een duister verleden of van verre oorden?
Ik denk het niet. Ik denk dat het goed is om oog te ontwikkelen voor bijzaken. Bovendien blijken zaken soms ongemerkt van status te veranderen en promoveert, om welke rede dan ook, een bijzaak tot hoofdzaak en verwordt omgekeerd een hoofdzaak tot een betreurenswaardige onbenulligheid. Maar dit is niet het belangrijkste. Bijzaken hebben hun eigen specifieke kwaliteit. Het zijn vaak de stille getuigen van grootse gebeurtenissen. Of het zijn de dobbertjes die de grote stroom der dingen zichtbaar maken. Bijzaken hebben meestal veel te vertellen, maar zij spreken een onbekende taal of hanteren een veelzeggende stilte. Het grootste probleem van bijzaken is misschien wel dat zij zich zo bescheiden op de achtergrond houden.
 
Zij behoeven echter geen medelijden, want terwijl de hoofdzaken zich vergenoegd in hun vanzelfsprekendheid wentelen, vibreren bijzaken levenslustig binnen het veld van onze onwetendheid. Maar daar ligt dus ook de sleutel tot het leren waarderen van bijzaken, midden in onze onwetendheid. Onwetendheid herbergt een oneindig gebrek aan kennis, maar dus ook een oceaan aan mogelijkheden. Het weten is chique en waardevol, maar werpt vaak barrières die ons afsluiten voor andere nieuwe mogelijkheden. Het niet-weten daarentegen schenkt je vergezichten en een brede horizon. Als je je onwetendheid bewust en intelligent benadert zie je echt meer. De kunst is om voorbij ‘blik op oneindig’ nieuwsgierig en actief de volle ruimte van die horizon af te tasten, zonder kennis of verwachting. En met volle ruimte bedoel ik niet alleen de verte, maar ook het gebied vlak voor je voeten. De wereld wordt zo niet alleen groter, rijker, maar vooral ook mooier. Het denken produceert misschien feiten en waarheden, maar uit onwetendheid ontstaat esthetiek en schoonheid. Waar het spektakel van hoofdzaken aanstellerig om aandacht schreeuwt daar lijken bijzaken zich te ontspannen in een wijsheid die voorbij ons hoofd, ver boven onze pet gaat.
 
Aan onwetendheid kun je lijden, maar je kunt het dus ook cultiveren en koesteren. Je zou onwetendheid bij tijd en wijle in volle concentratie serieus moeten doorleven, misschien zelfs actief beoefenen. Ik zou hier dan ook een nieuw werkwoord willen introduceren, onweten. Onweten als een soort geestelijke buitensportactiviteit. Je gaat buiten het bekende en buiten de paden. Je kiest mentaal het ruime sop met het risico te verdwalen. Al is het alleen maar om jezelf af en toe te ontdoen van die dwingende en plakkerige waan van de dag.
 
Bewust onweten behoeft veel oefening. De kunst is om, zonder de hoofdzaken tegen te spreken, alle dingen en aspecten even belangrijk te maken. Met een vol bewustzijn onweten is geen sinecure. Het vereist actieve actuele kennis van je vooringenomenheid, van je weten, of denken te weten. Onweten is een activiteit waarbij je, zonder nederig te worden, bescheidenheid betracht. Het kijken en ervaren overlaten aan het weten of nog erger, aan het beter weten, dat is pas nederigheid en mens onwaardig. Hoofdzaken moet je natuurlijk respecteren, zij zullen hun positie wel hebben verdiend, maar je moet er niet voor op je knieën gaan. 
Bescheidenheid is een prettig soort ontspanning, een manier van kijken die bijzaken de ruimte geeft om zich te ontplooien, om zich in hun volle rijkdom aan je te laten onthullen.
 
In deze bescheiden, ontspannen en open toestand krijg je oog voor een geweldig landschap zonder routes en vaste uitzichtpunten. Je bent er niet stuurloos, maar hebt geen vooraf afgesproken doel, geen voorspelbaar resultaat. Je navigeert met open blik en gevoelige zintuigen subtiel op de dingen die je tegenkomt met een nog onbekende nieuwe bestemming. Als je zo kijkt is de wereld altijd nieuw.