Je kunt de werkelijkheid proberen te beschrijven met woorden of beelden, maar zoals Cornelis Verhoeven ooit schijnt te hebben gezegd, “Wat wij ook vinden, het verplicht de werkelijkheid tot niets”.
Dit is eigenlijk het uitgangspunt van mijn werk. Voor mij is de werkekijkheid een perpetum mobile dat oneindig veel gebeurtenissen produceert die voor ons meestal, ‘in the end ‘ onbegprijpelijk blijken. Ook al hebben we de lens scherp gesteld, de terminologie aangescherpt en hebben wij een taal ontwikkeld met fijlloze getallen, het beeld dat wij doorgaans van de situatie hebben blijft, goed beschouwd, niet helemaal de waarheid of is al weer achterhaald op het moment van beschrijven.
Je hoeft het dus niet ver te zoeken als het om het grote onbekende gaat. Het mysterie is overal. In het bos, of recreatiegebeid, in de plantebak van het winkelcentrum, overal gebeuren dingen waar wij niets vanaf weten. Het gebeurt waar wij bij zijn en terwijl wij er naar staan te kijken. Zelfs in ons mensenlandschap kijken de dingen naar ons terug met een blik van geheimzinnigheid. De attributen die wij zelf hebben gemaakt lijken keurig te figureren in ons mensentheater, maar leven hun eigen heimelijke bestaan.
De blik van de mens wordt bepaald door wetenschappelijke en religieuze waarheden, door dwingende behoeften en ook vooral door de waan van de dag. Ik wil mijn kijk op de wereld ontdoen van die zelfverzekerdheid en eer betonen aan al het onbekende.